echt

je kwam toen er niets meer was van waarde
al leek de tijd te vroeg waardoor fragiel
ik viel en viel breekbaar jij nam mijn ziel
maar al snel bleek onze band ter aarde

totdat een toeval ons lot vergaarde
wat vrijwel geen ander terstond beviel
al bleek waarom wij ons eeuwig zo viel
waardoor alles ondanks dat bedaarde

we zijn elkaar zo nu al jaren kwijt
en hebben soms zelfs ook geluk gezien
al was dat ongemerkt een zware strijd

maar wat nu later voor ons allen pleit
al zal je het misschien wat anders zien
is dat erkenning ons bevrijdt altijd

Anoniem wederzien

Nostalgierig tuur ik naar de einder,
zie de walmen van weleer,
op een stille, kale vlakte;
vind ik haar ooit weer?

Afroditisch schone schepping,
onafhankelijk van haar vorm.
Gevonden en verloren.
Gevonden en verloren.

Verdrinken in een oceaan,
niet zwemmen in een beek.
Geen mogelijke ontsnapping,
geen burgerlijke fake.

Plots zie ik jou verschijnen:
verblindend.

De waarheid van een koe

“Het gras van buren is altijd groener!”
“Ja,” zei een koe, “maar smaakt hetzelfde.”

Ik nam een hap verveling, keek smachtend in het rond en dacht “was ik maar een koe”.

Gesloten podium

Nooit aan gedacht; waarom ook? Het pijpje is alweer halverwege terwijl hij zijn shagbuil gedachtenloos pakt en zijn zoveel te veelste sigaret draait. Maar was het ook waar? Na twee trekjes ligt de sigaret spottend voor hem op de rand van de asbak. Nog een slokje. De lente is nog niet begonnen, al is het reeds 25 maart. Net zo goed had het 10 februari of 18 april kunnen zijn; de lente begint eerst dan, wanneer hij zijn winterslaap aflegt en vóór de middag besluit naar buiten te gaan -niet omdat hij ergens verwacht wordt of iets wil gaan doen, maar omdat de lucht egaal blauw is, hier en daar onderbroken door een schaapje of een mooi meisjesgelaat; de wind speelt als een zachte hand met zijn inmiddels toch wel lange blonde haar. De omgeving is niet langer dood.

Continue reading

Metamorfose

jeroenboschtuin
half vier

ivoor
transformeert gedachten
een onzeker deuntje
wordt een gelukkig thema

adwaïta?

tijd zal het ons leren
maar hoe het ook verkeert
hier ben ik nu
gelukkig

jeroenboschtuin
half vier

(buon viaggio) LACIO DROM

I

“Zou je dat nou wel doen?”
“Eéntje nog? Ja…”

Een immens leger kleine kwelgeesten delft een gedeelte van mijn hersenen -ergens vlak achter mijn ogen; ik besluit deze voorlopig maar gesloten te houden.

Zo blijf ik een tijdje roerloos liggen en val ten slotte terug in een toestand die ik mij later tenminste niet zal kunnen herinneren als pijn­lijk. De kereltjes zijn werkelijk wonderlijk: klein van stuk stuk voor stuk replicaatjes van… Van wie eigenlijk? Zo bekend. Zo vreemd. In mijn poging mij hun evenbeeld voor te stellen zakt een wollige mist over mijn gezicht.

“Wat willen jullie toch?”

“Niets, maar dan ook totaal niets. Net als jij. Bedankt nog.”

Continue reading